30 januari 2015

Uit de wethouderskamer

 

Het lijkt mij goed om u van tijd tot tijd mee te nemen in het werk van mij als wethouder van Rijssen-Holten. En dat om verschillende redenen. Allereerst is het werk van een wethouder een publieke zaak. U mag daarom ook weten waar ik mij mee bezig houd. Anderzijds voel ik ook de behoefte om zaken met u te delen. Vanuit de pers krijgt u mogelijk wel wat mee, maar lang niet alles. Vooral de zaken die goed gaan, lees je niet altijd. En als ik de kranten lees, zoals Tubantia en het Rijssens Nieuwsblad bijvoorbeeld, is het of wel eens gekleurd of raakt het net niet de kern. Ook het Reformatorisch Dagblad schrijft amper over Rijssen-Holten, omdat het een landelijke krant is. Daarom krijgt u van mij van tijd tot tijd een update van allerlei zaken die mij of ons college van Burgemeester en Wethouders bezig houdt. Ik kan niet alles schrijven, omdat het enerzijds teveel zou worden en anderzijds is het vanuit mijn positie niet altijd verstandig om alles met u te delen. Maar dat begrijpt u wel.

Ik heb op dit moment drie portefeuilles waarvoor ik verantwoordelijk ben. Financien, Zorg en Cultuur vragen dagelijks mijn aandacht. Daarnaast ben ik eerste loco-burgemeester. Dat houdt in dat ik als eerste van de wethouders burgemeester Hofland moet vervangen bij officiële gelegenheden als hij verhinderd is. Vanaf april 2014, de maand waarin ik gestart ben als nieuwe wethouder, had ik Financien en de Zorg en een gedeelte van de Cultuurportefeuille. De onderwerpen bibliotheek en muziekonderwijs vielen onder mijn verantwoordelijkheid. In februari vindt er een kleine aanpassing in de portfeuilles plaats. Dan neem ik ook het gedeelte van de cultuurportefeuille van collega Roland Cornelissen over. Dat betekent dat ik vanaf dat moment ook verantwoordelijk ben voor culturele activiteiten en oudheidkunde en musea.

De functie van wethouder is een bijzondere. Voor mijn gevoel is er nog geen dag hetzelfde geweest. Je houdt je enerzijds bezig met je eigen portfeuille, maar ter voorbereiding op de wekelijkse collegevergadering krijg je met de andere onderwerpen van collega-wethouders te maken. Want met elkaar worden wel de beslissingen genomen. Daarnaast vindt er maandelijks overleg plaats in Twents verband. Dat houdt in dat je met 13 wethouders van de andere Twentse gemeenten om tafel zit om de Twentse belangen te bespreken.

Genoeg om over te schrijven dus. Een volgende keer neem ik u mee in één van de onderwerpen.

Ben Beens