Principeverzoeken

Door Sander Haase

Een principeverzoek kan door een bouwaanvrager worden ingediend om na te gaan wat de gemeente van een ruimtelijk initiatief vindt. Daarbij gaat het om een ontwikkeling die niet binnen het geldende bestemmingsplan past. Omdat het plan voor een principeverzoek niet in detail hoeft worden uitgewerkt, kan met relatief weinig kosten worden gepeild of een officiële aanvraag tot een bestemmingsplanwijziging in principe op medewerking zou kunnen rekenen.

Een principeverzoek wordt in eerste instantie door het college van burgemeester en wethouders beoordeeld. Past het binnen het gemeentelijke, provinciale en rijksbeleid? Hoe staat het met aspecten zoals ecologische waarden, cultuurhistorie en verkeer en parkeren?

Aangezien de raad het bevoegd orgaan is als het gaat om bestemmingsplanwijzigingen, en afhankelijk van het advies het college, worden principeverzoeken met enige regelmaat door de commissie Grondgebied behandeld. Zo ook de voorgenomen plannen omtrent de bouw van een appartementencomplex op de oude locatie van Otje van Potje. En hoewel het eigenlijk bij een principeverzoek gaat om de vraag of een voorgenomen ontwikkeling past in het door de raad gewenste ruimtelijke beleid, werd deze discussie al snel vertroebeld door allerhande zaken zoals de inrichting van openbare weg rondom het nieuw te bouwen complex, het aantal parkeerplaatsen en de communicatie met omwonenden.

Een ontwerp van het appartementencomplex op de oude locatie van Otje van Potje. © VAB Architecten

Dit riep de vraag op hoe om te gaan met principeverzoeken. Hierover heeft de commissie Grondgebied in de vergadering van 22 januari 2015 gediscussieerd. Daarbij werd opnieuw door de commissie bekrachtigd dat bij een principeverzoek de vraag beantwoord dient te worden of een initiatief in principe, dus naar verwachting, past binnen een goede ruimtelijke ordening en of de raad in principe medewerking wil verlenen aan het plan.

De SGP heeft in deze discussie benadrukt dat een ‘ja’ op een principeverzoek niet automatisch betekent dat het uiteindelijke verzoek ook op steun kan rekenen. Daarnaast heeft de SGP verzocht of in de toekomst door het college kan worden aangegeven waar het (ruimtelijk gezien) om gaat bij een principeverzoek. Dat kan helpen om de discussie helder te houden en niet te verzanden in de details van een plan.

Maar uiteraard kan het geen kwaad wanneer de commissie bij een positieve uitspraak over het principeverzoek de indiener van het verzoek enkele voor de raad belangrijke ‘randvoorwaarden’ meegeeft. Eén van die randvoorwaarden is overleg met omwonenden. Wat zijn hun belangen? In hoeverre wordt daarmee rekening gehouden? En heeft er, wat binnen het idee van modern noaberschap past, reeds overleg plaatsgevonden? Want hoewel de belangen van omwonenden eigenlijk nog niet aan de orde zijn bij een principeverzoek, kan goed overleg met belanghebbenden vertraging en een mogelijke negatieve uitspraak door de commissie bij een definitieve aanvraag voorkomen. Want bij de formele aanvraag met een geheel uitwerkt plan, spelen de belangen van belanghebbenden zoals omwonenden wel een belangrijke rol.

Wie de notitie principeverzoeken en de discussie over hoe om te gaan met deze verzoeken nog eens wil nalezen, kan HIER de documenten vinden.