28 maart 2015

De SGP denkt na over politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid

 

Door Ewart Bosma

Op vrijdag 27 maart belegde de landelijke SGP een bijeenkomst over het dragen van bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid. Het hoofdbestuur van de SGP wilde met deze conferentie het debat over de praktische toepasbaarheid van de beginselen van de SGP faciliteren. De vraag die centraal stond was of een SGP’er eigenlijk wel politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid kan dragen. In een tweetal lezingen en een aantal workshops werd deze vraag vanuit diverse invalshoeken belicht. De vraag die zich opdringt is of de beginselen van de SGP zich wel laten combineren met het sluiten van compromissen. De politiek is immers vaak niet meer dan het realiseren van het haalbare.

Mr. A. Weggeman ging in zijn lezing in op de paradox van getuigen versus besturen. Politiek bedrijven is meer dan alleen getuigen. De politicus wordt in de eerste plaats geroepen om te besturen. Besturen zonder te getuigen is echter geen optie. In politieke discussies moet ook de levensbeschouwelijke overtuiging aandacht krijgen. De optie om alleen te getuigen en geen bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen is niet werkbaar. De politicus die alleen getuigt is eveneens verantwoordelijk voor de besluiten die er genomen worden ook al stemt hij tegen of onthoudt hij zich van stemming. Bij de installatie van volksvertegenwoordigers en bestuurders wordt een zuiveringseed afgelegd. In die eed zweert de volksvertegenwoordiger dat hij de wetten van het land zal eerbiedigen. Dit betreft niet alleen de wetten die zijn instemming hebben, maar ook de wetten waarmee hij het principieel oneens is. Daarbij is het van belang om goed helder te hebben welke bevoegdheden en daaraan gekoppeld welke verantwoordelijkheden men wel of niet heeft. Dit betekent concreet dat bijvoorbeeld een bestemmingsplan niet aangegrepen mag worden om een ontwikkeling te verbieden waarmee men het inhoudelijk oneens is. De toetsing aan de wettelijke kaders dient leidend te zijn bij besluitvorming. Wel moet men dan aangeven dat het genomen besluit niet in lijn is met het voorgestane ideaal.

Drs. P.A. Zevenbergen stelde de vraag of de beginselen een blauwdruk zijn of een perspectief. De beginselen van de SGP staan immers vaak haaks op de politieke en bestuurlijke realiteit en botsen veelvuldig met de tijdgeest. Zevenbergen stelde in zijn lezing dat als het ideaal niet gerealiseerd kan worden het sluiten van een compromis behoort tot de taken van SGP bestuurders en politici. Maar niet ieder compromis is een goed compromis. Zevenbergen poneerde dat een compromis gericht moet zijn op het voorkomen van een groter kwaad. Soms is echter de bestaande situatie handhaven, ook al is die bestaande situatie niet het ideaal, noodzakelijk om te voorkomen dat er een groter kwaad voor in de plaats komt. Idealiter is het compromis een compromis in de richting van het ideaal en wordt het kwaad teruggedrongen.  

Na de pauze waren er diverse workshops waarin nagedacht werd over allerlei concrete casussen waarin de politiek-bestuurlijke realiteit botst met de door de SGP voorgestane idealen. De casussen gaven stof tot interessante gedachtewisselingen en debat. Na een plenaire terugkoppeling sprak de politiek leider van de SGP, Van der Staaij, een kort slotwoord waarin hij de aanwezigen opriep om zonder schroom uit te komen voor de beginselen van de SGP. Juist door het politieke handwerk goed te verrichten en pal te staan voor de principes kan de SGP een meerwaarde bieden in de Nederlandse politiek en weet de SGP haar achterban aan zich te verbinden.